De MORO in de praktijk.
Deze reflex maakt het pas geboren kind gevoelig voor ‘dreigend’ gevaar en zorgt ervoor dat het kind om hulp gaat schreeuwen. Een andere manier heeft het niet.
Na ± 13 weken heeft het kind deze reflex niet meer nodig. Het heeft geleerd zijn zintuigen te gebruiken om het ‘gevaar’ te spotten en zich te realiseren of er echt gevaar is of niet.
Wanneer de MORO reflex aanwezig blijft en het kind niet heeft leren vertrouwen op zijn zintuigen dan zal, telkens als het ‘gevaar’ waarneemt, adrenaline gaan aanmaken. Bij een overproductie aan adrenaline worden alle zintuigen overgevoelig voor prikkels van buitenaf.
- Je ziet telkens de armen en benen even strak worden.
- Zelfs de eigen nies zorgt voor een schrikreactie.
- De vingers spreiden zich. De adem wordt ingehouden.
- Het gezicht loopt rood aan en het huilen begint.
Gevolgen van de MORO
- Overgevoelig zijn voor licht (zit graag met de rug naar het raam).
- Overgevoelig zijn voor geluid (hoort alles en moet reageren).
- Overgevoelig zijn voor aanraking.
- Overgevoelig zijn voor geur.
- Wisselt snel van gemoedstoestand.
- Kan slecht tegen veranderingen.
- Kan slecht kritiek verdragen.
- Weinig zelfvertrouwen en/of lage eigenwaarde.